PROGRAMMA:
SHENG MIAU
Muziek die uit slechts twee tonen bestaat, moet welhaast een van de oudste ter wereld zijn. De Sheng-Miau stam in Zuid-China heeft tot op de dag van vandaag niet veel meer nodig. Let intussen op de 21/4-maatsoort.
-500: CONFUCIUS' HYMNE
Confucius (-551-479) was een tijdgenoot van Pythagoras (-575-500), beiden waren ethicus van beroep en hadden een grote schare ethisch verantwoorde volgelingen. Die van Confucius zijn er tot op de dag van vandaag, terwijl die van Pythagoras zich louter op de wiskunde gestort hebben. Pythagoras geldt voor ons als de ontdekker van de Kwintencirkel, die in die tijd in het oude China al bekend was en een muziektheoretisch systeem in gang heeft gezet waarvan de harde kern wordt gevormd door de bekende Chinese Pentatoniek.
-100: SEIKILOS-LIED
Het SEIKILOS-LIED is de oudste genoteerde melodie ter wereld. Het werd aangetroffen op een grafsteen uit de eerste eeuw voor Christus, en is genoemd naar de vindplaats, Seikilos. De antieke Grieken gebruikten een muzieknotatiesysteem gebaseerd op lettertekens en variaties hierop. Verschillende zg. authentieke uitvoeringen (w.o. die van Christodoulos Halaris) zijn gereconstrueerd op basis van de huidige musicologische kennis omtrent de Antieke Muziek: afbeeldingen van musici en instrumenten, voornamelijk op vazen, en verhandelingen over muziek van Antieke Griekse schrijvers, (w.o. Aristoteles) die veelal slechts bewaard zijn gebleven in Arabische vertalingen.
De grafsteen van Seikilos kan momenteel aangetroffen worden te Berlijn.
CITY & EASTERN SYMPHONIA presenteert een versie van dit lied, geïnspireerd door de traditionele muziek van Epirus (Zuid-Albanië, West-Griekenland), een hedendaagse muziekvorm die nog dicht bij de Antieke muziek is gebleven omdat zij relatief weinig door de Turkse muziek en cultuur beïnvloed is.
Hosoon ziis, Phainu
miiden holoos, sy lypu
pros oligon esti to ziin
to telos ho chronos apaitei
"Verheug je in het leven, Phainos. Hou je ver van kommer en kwel.
Want het leven is maar kort; de tijd eist zijn tol maar al te snel."
(vrije vertaling: MC)
1030: UT QUEANT LAXIS
Paulus Diaconus (730-799), figuur aan het hof van Karel de Grote is de tekstschrijver van Ut Queant Laxis. Guido van Arezzo (999-1050), muziektheoreticus en componist lanceert in zijn melodie voor het eerst de Notennamen die nu nog gebruikt worden op basis van de beginlettergrepen van de tekstregels: Ut Re Mi Fa Sol La. (Micrologus de disciplina artis musica, 1030)
Ut queant laxis,
Resonare fibris,
Mira gestorum,
Famuli tuorum,
Solve polluti,
Labii reatum;
Sancte Ioannes.
"Opdat Uw knechten met vrijgemaakte tongen de roem van Uw daden kunnen doen weerklinken, neem weg de schuld van hun bezoedelde lippen, heilige Johannes." (Vertaling van dr.D.J.A. Westerhuis)
1601: MEIN G'MÜTH IST MIR VERWIRRET Hans Leo Haszler
Hans Leo Haszler (1564-1612) was een Neurenbergs componist van voornamelijk religieuze muziek. Vermoedelijk op verzoek van zijn uitgever, Paul Kauffmann, componeerde hij ook een bundel liefdesliederen, de “Lustgarten Neuer Teutschen Gesäng”(1601), waarin ook, nr. 24, “Mein G’müth ist mir verwirret”, opgenomen is.
Johann Sebastian Bach (1685-1750), gebruikte de melodie van Haszler meerdere malen voor steeds wisselende koraalzettingen in zijn “Matthäus-Passion” (1729), t.w.: “Erkennen mich- mein Hüter”, “Ich will hier bei dir stehen”, “Befiehl du deinen Wege”, “O Haupt voll Blut und Wunden”, “Du edles angesichte” en “Wenn ich einmal soll scheiden”, waarvoor hij telkens gebruik maakte van teksten van Paul Gerhardt (1607-1676), een steng orthodox Luthers theoloog.
Mein Gmüth ist mir verwirret, das macht ein Jungfrau zart
Bin gantz und gar verirret, mein hertz das krenckt sich hart
Hab tag und nacht kein ruh, führ allzeit grosse klag
Thu stets seufftzen und weinen, in trauren schier verzag.
Ach daß sie mich thet fragen, was doch dir ursach sey
Warumb ich führ solch klagen, ich wol irs sagen frey
Daß sie allein die ist, die mich so sehr verwundt
Köndt ich ir Hertz erweichen, würd ich bald wider gesund.
Reichlich ist sie gezieret, mit schön thugend ohn ziel
Höflich wie sie gebüret, ihrs gleichen ist nich viel
Für andern Jungfraun zart, führt sie allzeit den preiß
Wann ichs anschau, vermeine, ich sey im Paradeiß.
Ich kann nicht gnug erzehlen, ihr schön und thugend vil
Für alln wolt ichs erwehlen, wer es nur auch ir will
Daß sie ir Hertz und Lieb, gegn mir wendet allzeit
So würd mein schmertz und klagen, verkehrt in grosse freud.
Aber ich muß auffgeben, und allzeit traurig sein
Solts mir gleich kosten sLeben, das ist mein gröste pein
Dann ich bin ir zu schlecht, darumb sie mein nicht acht
Gott wolts für leid bewahren, durch sein Göttliche macht.
1778: ALLA TURCA, KV 331 - Wahid Abdel MOZART
In 1683 werd Wenen voor de laatste keer belegerd door de Ottomaanse Turken. Na deze poging gaven de heren het definitief op en trokken zich terug tot de huidige grenzen van Bosnië. Wenen beleefde in de eeuw hierna een gigantische golf van Ottomania: Lokale bakkers bakten een gelegenheidsbroodje in de vorm van de Turkse halve maan, de croissant, talloos waren de (quasi-)Turkse dansen en marsen waarmee de Oostenrijkers hun overwinning vierden en de verdreven Ottomanen op de hak namen. Maar wat zou er van de jonge Wolfgang terecht gekomen zijn als hij zijn kunsten voor de Sultan had mogen uitleven?
1848: RADETSKY-MARSCH - Johann Strauss sr. (1804-1849)
Over de Strausssen kunnen we U niet veel vertellen wat U nog niet weet. Maar wie was in "vredesnaam" toch die Radetzky?
Johann Joseph Wenzel Anton Franz Karl Radetsky, alias graaf Radetzky de Radetz (Trzebnitz, Bohemen, 2 nov. 1766 - Milaan 5 jan. 1858), was Oostenrijks officier in dienst van het Habsburgse rijk, nam deel aan de Turkenoorlog van 1788-1789 en onderscheidde zich in alle oorlogen tegen Napoleon. In 1831 werd hij benoemd tot opperbevelhebber in het Lombardisch-Venetiaans koninkrijk in Noord-Italië, dat sinds 1815 op grond van het verdrag van Wenen onder Oostenrijks gezag stond, in 1836 volgde zijn benoeming tot veldmaarschalk. Zijn voornaamste bezigheid bestond uit het onderdrukken van Italiaanse opstanden: in 1848 commandeerde hij de Oostenrijkse troepen in de strijd tegen de Italiaanse nationalisten ("Guerra Santa"). Nadat hij eerst uit Milaan was verdreven, behaalde Radetzky een overwinning bij Custozza, en een jaar later bij Novara. Hij was toen 82 jaar oud! In het algemeen droeg hij door zijn verzet tegen compromissen met de Italianen sterk bij tot het behoud van de Oostenrijkse bezittingen in Italië. Ter gelegenheid van al deze Habsburgse glorie componeerde de vader van de Walsenkoning de befaamde mars, waarop ook nu nog alle Oostenrijkers in de handen gaan klappen. Een jaar later overleed hij, gekgetreiterd door zijn populaire zoon. Hij was toen 45 jaar oud!
MAARRRRR...........
Radetzky versloeg de opstandige Italianen in augustus 1848, en een paar dagen later dirigeerde Johann Strauss senior zijn beruchte “Radetzkymarsch”, aanvankelijk tot groot enthousiasme van de Weense burgerij. Maar in dat jaar waait er een revolutionaire wind door geheel Europa, die ook aan Wenen niet voorbijgaat. En het is juist het leger van Radetzky dat inmiddels de handen vrij heeft om in Wenen nu de plaatselijke opstanden neer te slaan. Terwijl de zonen Strauss in november 1848 op de barricaden staan, Josef daadwerkelijk met stenen gooiend en levensgevaarlijk gewond geraakt, Johann jr. met een orkestje de Marseillaise en een zelfgecomponeerde Revolutiemars spelend, en de kleine Eduard samen met zijn moeder de gewonden verzorgend, verliest de oude houwdegen Radetzky alle sympathie van de Weense bevolking, en daarmee ook de oude Strauss en zijn Radetzkymarsch, die uitgroeit tot symbool van de onderdrukking. Hij (Strauss sr.) ontvangt meer en meer dreigbrieven en scheldkanonnades. Gefrustreerd vertrekt hij met zijn orkest voor een toernee, die tot juli 1849 zal duren en hem tot in Engeland voert. Hij treedt wel op voor koningshuizen en andere reactionairen, maar blijft dreigbrieven en beledigingen ontvangen en gaat er mentaal aan onderdoor. In september 1849, terug in Wenen, wordt hij uitgenodigd om een keizerlijk banket ter ere van Radetzky op te luisteren, maar de dag ervoor wordt hij ernstig ziek (roodvonk), en hij overlijdt vier dagen later. Hoe het met dat banket is afgelopen vertelt mijn boekje niet, maar de begrafenis wordt ondanks alles een groot succes. De Weense bevolking vergeeft hem zijn Radetzkymars en eert hem als een groot kunstenaar.
CITY & EASTERN SYMPHONIA presenteert de Radetzky-Marsch in een zodanig tempo dat de Oostenrijkers hun handjes thuis kunnen houden, en het handgeklap en de dans kunnen overlaten aan Bosniërs, Slovenen, Hongaren, Joden, Zigeuners èn Italianen.
1869: UNGARISCHER TANZ #5 - Johannes Brahms (1833-1897)
1874: STARI ZAMOK - THE OLD CASTLE
1874: SAMUEL GOLDENBERG & SCHMUYLE
uit: SCHILDERIJENTENTOONSTELLING (in memoriam Victor Hartmann) - Modest Moussorgsky (1839-1881)
1874: ÅSES DØD
1874: ARABISK DANS
uit: PEER GYNT: muziek bij Henrik Ibsen's toneelstuk. - Edvard Grieg (1843-1907)
1890: TROIS GNOSSIENNES - ERIK SATIE (1866-1925)
1892: CAFE: DANSE ARABE (uit De Notenkraker) - Pjotr Iljitsj Tsjaikowski (1840-1893)